Onderstaande kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven zodoende inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. In de bijlage Toelichting paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn de definities van de kengetallen opgenomen.
Kengetallen Programmabegroting 2021-2024 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Verloop van de kengetallen | |||||
PR 2019 | PB 2020 | PB 2021 | MJB 2022 | MJB 2023 | MJB 2024 | |
Netto schuldquote | 65% | 75% | 68% | 76% | 81% | 73% |
Gecorrigeerde netto schuldquote | 45% | 54% | 50% | 61% | 64% | 56% |
Solvabiliteitsratio | 27% | 20% | 21% | 19% | 18% | 18% |
Structurele exploitatieruimte | -2% | -1% | 1% | 0% | 0% | -2% |
Grondexploitatie | 34% | 28% | 27% | 22% | 19% | 18% |
Belastingcapaciteit | 90% | 87% | 88% | 88% | 88% | 88% |
De nettoschuldquotes dalen in 2021 licht, stijgen in 2022 en 2023 om in 2024 weer te dalen. Deze schommelingen worden voornamelijk veroorzaakt door veranderingen in de schuldenlast welke benodigd is om uitgaven te financieren.
In 2021 bedraagt de solvabiliteitsratio 21% en daalt in daaropvolgende jaren naar 18% in 2024. Dit betekent dat de solvabiliteit daalt onder de norm van 20%. Deze daling wordt veroorzaakt door een daling van het eigen vermogen.
In 2021 is de structurele exploitatieruimte 1% en wordt in de opvolgende jaren bijna nihil om in 2024 naar -2% te zakken. De negatieve structurele exploitatieruimte wordt voornamelijk veroorzaakt door een afname in de algemene uitkering die wordt ontvangen vanuit het Rijk en tekorten in het kader van de decentrale taken rondom jeugdhulp.
Het kengetal grondexploitatie laat een dalende trend zien die ook deze begrotingsperiode doorzet. Een lager kengetal betekent dat de grondpositie afneemt ten opzichte van de geraamde totale baten. In de paragraaf Grondbeleid en de bijlage MPG Lite wordt nader hierop ingegaan.
Het kengetal voor belastingcapaciteit daalt ten opzichte van de programmarekening 2019. Dit betekent dat de gemiddelde lastendruk in Nederland harder stijgt dan de lastendruk in Ede.