Grondbeleid is geen doel op zich, maar faciliteert de behoefte van particulieren en bedrijven om in Ede prettig en aantrekkelijk te wonen, te werken en te recreëren. De kwalitatieve uitwerkingen van de woonvisie geven de uitgangspunten voor de behoefte aan woningen in de grondbedrijfsprojecten. Op basis van onafhankelijke taxaties zijn de waarden van de uit te geven gronden bepaald. Gezien de hoge boekwaarde en de impact op de gemeentelijk financiën, is het van belang te sturen op de resultaten en risico’s van het grondbedrijf.
Recente ontwikkelingen, zoals nieuwe ruimtevragers en verdergaande regionalisering van de markt, vragen om meer aandacht voor de wijze waarop grond kan worden ingezet om publieke doelstellingen te realiseren. Zowel op landelijk niveau, regionaal en lokaal neemt de aandacht voor de ruimtelijke inrichting van ons land weer sterkt toe.
Wonen, werken, landbouw, energie en natuur zijn de vijf grote ruimtevragers in Ede. Tegelijkertijd stellen we ook eisen aan de kwaliteit: het moet duurzaam, met aandacht voor biodiversiteit, klimaat-adaptief en inpasbaar in de bestaande gebouwde omgeving en onze landschappen.
Wat komt waar, in welke verhouding en tegen welke investeringen? Bij de realisatie zijn allerlei belanghebbenden betrokken: bewoners, initiatiefnemers, corporaties, marktpartijen en steeds vaker provincie en Rijk. Deze samenwerkingen optimaliseren om de maatschappelijke doelen te realiseren vraagt maatwerk van de gemeentelijke rol, inzet van het instrumentarium en de publieke middelen per gebiedsontwikkeling. Om hierin als gemeente te groeien introduceerden we interim grondbeleid.
Gebiedsontwikkelingen kennen een jarenlange ontwikkeltijd en vragen (aan de voorkant) een grote investering. Om de juiste kaders te stellen en inzichtelijk te maken welke inspanningen en investeringen benodigd zijn wordt gewerkt aan de omgevingsvisie, een ruimtelijke strategie (welke locaties kunnen het best ontwikkeld worden op welke wijze) met daaraan gekoppeld een investeringsstrategie (welke investeringen zijn nodig en wat zijn de mogelijke dekkingsbronnen) en een herziening van het grondbeleid.
Daarbij is de financiële investeringsruimte van de gemeente, net als vele anderen, momenteel zeer beperkt. Andere geldstromen en dekkingsbronnen zijn nodig, maar het zal waarschijnlijk ook dwingen tot keuzes. Niet alles kan. Daarmee is het ook noodzakelijk om met een goed afwegingskader op gebiedsniveau te komen. Ook daaraan werken we komende periode.