Algemeen
Vanaf 2019 is de integratie-uitkering sociaal domein afgeschaft en zijn de budgetten opgenomen in de algemene uitkering (AU) van het gemeentefonds. Prijs- en volumeontwikkelingen van de (te lage) budgetten volgen de systematiek van de algemene uitkering.
Voor het sociaal domein in het algemeen en programma 3 in het bijzonder geldt dat de vraag van inwoners uit Ede groter is dan het historische budget dat oorspronkelijk uitgekeerd werd voor het sociaal domein Dat geldt overigens voor (vrijwel) alle gemeenten in Nederland. We verwachten dat de vraag de komende jaren verder zal toenemen. Met als gevolg dat er een nog groter dekkingsverschil met de Rijksmiddelen ontstaat. Daarmee komt het doel van programma 3 onder druk te staan.
Maatwerkvoorziening
Wmo
Het beroep op ondersteuning vanuit de Wmo zal de komende jaren stijgen; zowel de vergrijzing als het abonnementstarief dragen hieraan bij. Door de dubbele vergrijzing (zowel het aandeel ouderen als de leeftijd nemen toe) stijgt het aantal kwetsbare ouderen. In 2030 zal bijvoorbeeld 10 tot 12% van de bevolking 75 jaar of ouder zijn; nu is dat 8%. Steeds meer ouderen blijven zelfstandig wonen; de gang naar het verpleeghuis verschuift naar een later moment. Dat betekent zonder beleidsingrijpen relatief meer eenzaamheid en een grote(re) druk op de woningmarkt. Ook de invoering van het abonnementstarief Wmo zal de komende jaren tot een grotere vraag (vooral voor hulp bij het huishouden) leiden.
Voor beschermd wonen geld het adagium: zo kort als mogelijk, zo lang als noodzakelijk. Het is de bedoeling dat cliënten na verblijf in beschermd wonen een eigen passende woonplek midden in de maatschappij vinden. Veelal nog met ambulante begeleiding. Om deze beweging mogelijk te maken zet Ede in op vernieuwende woonvormen en op extra goedkope (huur)woningen. Nieuwe woonvormen kunnen ook dienen om de instroom in beschermd wonen te beperken.
Het gebrek aan betaalbare woonruimte (sociale huurwoningen, kamers en vernieuwende woonvormen) maakt uitstroom lastig. Dit leidt tot hogere kosten, langere wachttijden en ook extra inzet van de ambtelijke organisatie.
Zelfstandig wonen betekent ook vraag naar ondersteuning op het terrein van preventie, schulden, toeleiding naar onderwijs of werk en begeleiding bij het zelfstandig wonen. De vraag wordt extra versterkt door de verschuiving van behandel GGZ (Zvw) naar ambulante (veelal Wmo) ondersteuning.
De maatschappelijke opvang biedt mensen een dak boven hun hoofd t. Van daaruit wordt gekeken wat de beste vervolgstap is. Waar bij beschermd wonen de vervolgstap (bijna) altijd een vorm van zelfstandig wonen is, is dit bij de maatschappelijke opvang niet altijd zo. Een vervolgstap kan zijn richting beschermd wonen of richting een behandelkliniek. Sommige mensen kunnen wel uitstromen naar zelfstandig wonen. Om dat mogelijk te maken zijn vernieuwende woonvormen en goedkope (huur)woningen nodig.
Het zorglandschap in Nederland kent drie grote wetten: de Wmo, de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze wetten sluiten onvoldoende op elkaar aan, waardoor er in de praktijk problemen (kunnen) ontstaan voor inwoners. Landelijke maatregelen hebben invloed op lokaal beleid, financiën en uitvoering van de Wmo. Binnen de Wmo is er sprake van onvoldoende gemeentelijke beleidsvrijheid. We worden regelmatig terug gefloten in de rechtszaal, doordat de Wmo juridisch onvoldoende ruimte laat voor gemeentelijke beleidskeuzes. In de volgende kabinetsperiode verwachten wij stelselwijzigingen met mogelijk gunstige consequenties voor taken en verantwoordelijkheden van de gemeente.
Jeugd
In juli 2019 is door de gemeenteraad het nieuwe jeugdbeleidsplan 2019-2021 vastgesteld. Op basis hiervan is door het college het uitvoeringsplan vastgesteld en is daarmee een start gemaakt met de verdere uitvoering van de transformatie.
Zowel landelijk als ook in Ede zien we echter dat het beroep op jeugdhulp blijft toenemen. De wettelijk verankerde jeugdhulpplicht in combinatie met deze autonome groei vraagt van de gemeente om steeds scherper aan te geven wanneer en in welke mate jeugdhulp ingezet kan worden. De leeropbrengsten vanuit de transformatie worden komende jaren om die reden steeds meer vertaald in heldere beleidsregels en (contract)afspraken met aanbieders. Hiermee faciliteren we de professionals in de toegang om beter af te kunnen wegen of jeugdhulp noodzakelijk is. Ook is het voor inwoners helder wat wel en niet van de gemeente verwacht kan worden. We doen dit als gemeente niet alleen, maar blijven hierover samenwerken en afstemmen binnen jeugdhulpregio FoodValley.
Naar aanleiding van het kritische inspectierapport “Kinderen onvoldoende beschermd” van november 2019 is door de minister een wetswijziging van de jeugdwet aangekondigd. De minister wil de jeugdwet aanpassen op de volgende onderdelen: eenduidigheid van de toegang, minder vrijblijvende regionale en bovenregionale samenwerking, kwaliteitseisen aanbieders/GI’s en het toezicht van de jeugdautoriteit. Daarnaast is aangegeven dat onderzocht gaat worden of de huidige jeugdhulpregio’s moeten worden aangepast om tot meer congruentie van de verschillende regio’s te komen.
Deze ontwikkelingen kunnen grote gevolgen hebben. Welke dat zijn is nu op voorhand niet volledig te overzien.
Werk en participatie
De Participatiewet wordt gewijzigd per 1 januari 2021. Vanuit het Rijk worden er impulsen gegeven die de arbeidskansen voor onze inwoners algemeen, en voor hen met een arbeidsbeperking in het bijzonder moeten vergroten. Het wordt eenvoudiger en aantrekkelijker voor werkgevers om mensen in dienst te nemen en te houden. Gemeenten en UWV gaan in de Werkgeversservicepunten (WSP) meer op dezelfde manier werken. Ieder jaar dienen de gemeenten en het UWV een gezamenlijk plan op te stellen hoe zij de samenwerking in het WSP vorm geven. Elk WSP biedt vanaf 2021 eenzelfde basispakket aan voor werkgevers.
Werkkracht participeert in het WSP en is de verbindende factor tussen werkzoekenden, werkgevers, samenwerkingspartners en de gemeente. Doel is om iedereen zo regulier mogelijk en duurzaam aan het werk te helpen. Ook komen er extra waarborgen voor passende ondersteuning en komt er één systematiek van loonkostensubsidie en loonwaardemeting.
Wij gaan werk maken van het leidende principe ‘basisvoorwaarden op orde’: werk en participatie in verbinding met (financiële) zelfredzaamheid.
Verkokerd werken wordt doorbroken door een ontschotte aanpak, over de domeinen heen, zodanig dat nog meer mensen kunnen meedoen op de arbeidsmarkt. Hiertoe innoveren we in 2021 het bestaande aanbod van dagbesteding, zodanig dat meer inwoners kunnen doorstromen vanuit arbeidsmatige dagbesteding naar werk en waar nodig ook omgekeerd.
Werkzoekenden die vooralsnog niet betaald aan het werk kunnen, krijgen vanuit Werkkracht een niet vrijblijvend passend ondersteuningsaanbod om in de Edese samenleving op een andere wijze te participeren.
De hierboven geschetste beleidsontwikkelingen vanuit het Rijk worden doorkruist door de crisis als gevolg van COVID-19. Op de korte termijn ontstaat er door de crisis een mismatch op de arbeidsmarkt, doordat de vraag naar werknemers in sommige sectoren wegvalt, terwijl die vraag in andere sectoren toeneemt. De werkloosheid zal, na een sterke stijging, pas na enkele jaren weer zijn teruggekeerd naar een structureel niveau. Dit vergt van de gemeente, Werkkracht en ketenpartners, een bijzondere inspanning om met hulp van de ondersteuningsmaatregelen van het Rijk inwoners aan het werk te houden, of om werkzoekenden opnieuw te bemiddelen naar werk, onder andere door omscholing en van-werk-naar-werktrajecten.
Inkomensvoorziening
Algemene inkomensvoorziening
Door eerdergenoemde wijziging van de Participatiewet per 1 januari 2021 kunnen jonggehandicapten onder de 27 jaar meteen een uitkering aanvragen tijdens hun zoektocht naar werk en hoeven zij niet langer eerst vier weken te wachten. Dit betekent dat zij direct een beroep kunnen doen op de ondersteuning vanuit de gemeente en van Werkkracht.
Daarnaast mogen mensen die in deeltijd met loonkostensubsidie werken met een aanvullende uitkering vanaf 1 januari 2021 15% van hun verdiende salaris houden bovenop hun uitkering (tot een maximum per maand). Verwacht wordt dat het financiële effect, namelijk een hogere druk op de uitkeringskosten, door het Rijk binnen de systematiek van begroten van de gebundelde rijksuitkering (BUIG), wordt opgevangen.
De crisis als gevolg van COVID-19 heeft grote impact op het aantal inwoners dat een beroep doet op een uitkering. De verwachting is dat het uitkeringsbestand meerjarig nog zal toenemen als gevolg van werkloosheid door een ontwrichte arbeidsmarkt.
De tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers (Tozo) is verlengd tot 1 juli 2021. De gemeente wordt voor de regeling gecompenseerd. De uitvoering ervan wordt wel bewerkelijker nu er ook een vermogenstoets is toegevoegd aan de voorwaarden.
Aanvullende inkomensvoorziening
Door de hogere instroom in de uitkering als gevolg van de coronacrisis zal het beroep op de aanvullende inkomensvoorziening toenemen.
Schulddienstverlening
Vanaf 1 januari 2021 is er een wijziging opgenomen in de Wet gemeentelijke schulddienstverlening. Deze wijziging maakt van vroegsignalering een wettelijke taak. Vroegsignalering is een taak waarbij wordt samengewerkt met instanties als woonstede, energiebedrijven, zorgverzekeraars om problematische schulden bij inwoners te voorkomen. In de gemeente Ede heeft, in een deel van de gemeente, een pilot gedraaid voor deze taak, die nu uitgerold gaat worden over de hele gemeenten.
Verder is er een wetsvoorstel in voorbereiding (Adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind) die de samenwerking moet gaan stimuleren tussen rechters, gemeenten en bewindvoerders. Deze samenwerking maakt het mogelijk om de meest passende hulp te vinden voor mensen met schulden. De planning is dat de wet 1 januari 2021 ingaat.
Gemeente Ede heeft hierop vooruitlopend een product ontwikkeld, namelijk BudgetPlus. Met dit product wordt de inwoner ondersteund met zijn financiële problemen en gecoacht om in de toekomst financieel zelfredzaam te zijn.
Deze wetsvoorstellen komen voort uit het actieplan Brede schuldenaanpak, die als doel heeft om problematische schulden bij inwoners te voorkomen.
Door gevolgen van de coronacrisis, zoals werkloosheid en faillissementen zal ook het beroep op schulddienstverlening toenemen.